Beproevingen

BD.0184

17 november 1937

Beproevingen

Kijk, mijn kind, in al je levensnoden ligt een diepe bestemming. En om deze te vervullen moet je alles wat de Heer je oplegt geduldig dragen. In jou wordt vaak het verlangen gewekt, als kind je hemelse Vader nabij te zijn. En daartoe behoort het ook zich gewillig aan Zijn regels te onderwerpen. God zendt deze beproevingen over Zijn kinderen, om hen steeds dichter naar zich toe te trekken. Want dit zijn allemaal toetsstenen op de aardse weg, waarvan de overwinning je alleen maar voorwaarts kan brengen in je streven. En niets is door de hemelse Vader in Zijn wijsheid zonder doel bepaald, ook wanneer jullie het niet kunnen vatten. Daarom moeten jullie in blindelings vertrouwen op God jullie aan Zijn bepalingen onderwerpen, het zal jullie alleen maar tot zegen zijn.

En nu, mijn kind, hoor onze lessen: Wanneer de Heer woorden van heil naar de zijnen stuurt en deze worden niet aangenomen, omdat het hen aan begrip ontbreekt - de innerlijke band met hun Schepper - dan laat deze beproevingen over hen komen, om hen van Zijn wil te overtuigen. Want hoe vaak gelooft de mens zich te kunnen onttrekken aan een hogere macht, totdat hij zelf moet inzien dat zijn lot in andere handen ligt dan in zijn eigen. En steeds weer richt de Heer in Zijn liefde Zijn erbarmen op de kinderen van de aarde. De korte tijd op aarde op de juiste wijze - dat wil zeggen: naar Gods zin - te vervullen met voortdurend streven naar volkomenheid is het hoogste goed, wat de mens zijn eigen noemen kan wanneer het maar zijn wil is. En God stuurt steeds weer zijn gedachten op geestelijk gebied. Hij wordt zo vaak gewaarschuwd en gewezen op de eeuwigheid. Wanneer hij maar een beetje van zins is zijn Heer en Schepper te dienen, dan komt hij op het juiste pad krachtens de liefde van alle geestelijke wezens, die, om hem te beschermen, hem begeleiden op zijn levensweg.

Zich meer overgeven aan de innerlijke stem en niet vechten tegen gedachten die op gene zijde - op het leven na de dood - gericht zijn. Zulke gedachten zullen iedereen overkomen en deze gedachten moeten jullie lief en vertrouwd worden, in plaats van dat ze jullie schrik aanjagen en jullie ze halsstarrig afwijzen. Wie uit voorzorg voor zijn zielenheil alles doet wat hem naar geestelijke vooruitgang helpt, ziet de dood van het lichaam niet met angst tegemoet. Hij ziet daarin immers alleen maar een ingang in een ander leven, dat het verlangen van zijn hart zal vervullen, verbonden te zijn met zijn Heer en Heiland. Let daarom niet op de droefheid op aarde. Zij is slechts een middel, om jullie te wijzen op de juiste weg, die jullie naar eeuwige vrede moet leiden.

Amen